
Spreekwoorden: (1914)
Zijne handen van iemand afwasschen,d.w.z. verklaren ‘dat men alle aansprakelijkheid voor zijne schuld van zich afwerpt, dat men hem voor zijne daden geheel verantwoordelijk en de gevolgen voor zijne rekening laat’. Zie het Ndl. Wdb. I, 1811; Abr. Bl. I, 55; Zeeman, 262.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Zijne handen van iemand afwasschen,d.w.z. verklaren ‘dat men alle aansprakelijkheid voor zijne schuld van zich afwerpt, dat men hem voor zijne daden geheel verantwoordelijk en de gevolgen voor zijne rekening laat’. Zie het Ndl. Wdb. I, 1811; Abr. Bl. I, 55; Zeeman, 262.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.